De eerste 100 dagen als bestuurder van Fier zitten er alweer op voor Anne van Lammeren. We waren benieuwd hoe haar start bij Fier was en waar ze naar vooruitkijkt.
‘Ik had tranen in m’n ogen toen ik de meiden en jongens weg zag rijden achter op de motoren. Van tevoren had ik best wat zorgen over de jaarlijkse motortoertocht, want hoe moet dat nou qua veiligheid en wil iedereen wel achterop bij een vreemde? Maar ik zag dat het gewoon kon, het gebeurde als vanzelf. De motortoertocht is in het leven geroepen om de kloof tussen politiemensen en slachtoffers kleiner te maken. Veel slachtoffers van uitbuiting hebben negatieve ervaringen met de politie. Tijdens de motortoertocht rijden onder andere veel politiemensen mee, met onze jongeren achterop. De jongeren maakten een geweldige rit door Friesland en eindigden bij de feestlocatie waar wij hen juichend op stonden te wachten!
Er zijn best wat veranderingen gaande binnen Fier, mede door mijn komst als nieuwe bestuurder. Dus ik denk dat het belangrijk is om open communicatie te houden met elkaar. En daarin staat het thema ‘grenzen’ centraal. Het aangeven van grenzen is niet alleen belangrijk voor onze cliënten, maar ook zeker voor onszelf. Neem je je werk mee naar huis en wil je dat juist niet? En als het hele team dat wel doet, is er dan ruimte om aan te geven dat jij dat niet wil? Dat mag van mij meer openlijk besproken worden, zodat we terug kunnen vallen op bepaalde structuren en normen en waarden.
Ik wist van tevoren dat Fier een ander soort instelling is dan de traditionele ggz. Dat heeft ermee te maken dat we naast behandeling ook opvang bieden en maatschappelijke participatie. Daarin wordt er op een andere manier gekeken naar de problematiek waar cliënten mee te maken hebben dan in de ggz, breder en meer oplossingsgericht. Wat kunnen we voor iemand betekenen? Ik zie dat op meerdere plekken binnen Fier terug. Dat geeft veel energie.
Die energie voelde ik ook toen ik werd uitgenodigd om te komen eten op een van de groepen van Fier. Een van de meiden had samen met een behandelaar gekookt: gegratineerde aardappeltjes met rode kool en een kaassoufflé. We zaten met z’n allen te eten alsof je met het gezin aan tafel zat, ook al weet iedereen dat dit natuurlijk niet de normale gezinssituatie is.
Deze meiden zitten om trieste redenen bij Fier. Toch werd er veel gesproken en kon er worden gelachen. Ze gaven aan dat ze het lastig vonden om weg te zijn van hun vertrouwde omgeving, maar vonden ook dat het goed was dat ze opgenomen waren bij Fier om te werken aan hun problematiek en hun toekomst. De jongere cliënten die bij Fier verblijven zijn heel wijs voor hun leeftijd door wat ze hebben meegemaakt, maar daarnaast schoppen ze ook nog tegen de regels aan zoals alle pubers. Dat vind ik mooi om te zien.’