Ik sta bij het kopieerapparaat te wachten op mijn printjes. Plotseling zwaait de deur open van de behandelkamer naast het apparaat. ,,Toe maar, geef die stoel maar een enorme trap!”, zegt een stem. Ik hoor gegiechel uit de kamer komen. ,,En nu ren je weg! Go!”
Het giechelende meisje stapt voorzichtig de kamer uit en kijkt beschaamd om zich heen. Ik hoor de behandelaar haar nogmaals aanmoedigen: ,,Goed begin, maar je hebt natuurlijk veel meer kracht in je. Nog een keer!”
Het meisje haalt een keer diep adem, loopt de kamer weer in en schreeuwt dan: ,,Ga weg!” Ik hoor dat ze de stoel deze keer iets harder omschopt. De deur zwaait weer open en deze keer rent het meisje iets verder de gang in.
Het meisje heeft te maken gehad met seksueel geweld, een gebeurtenis waarbij haar autonomie haar is ontnomen. Het trauma van de gebeurtenis zit soms vast in je lijf, omdat je lichaam een beweging niet af heeft kunnen maken tijdens het geweld. Door die beweging alsnog te maken tijdens de behandeling kan het trauma in je lijf loskomen en komt er weer ruimte. De spanning van dat nare moment neemt af, je neemt de regie weer in eigen hand en je komt erachter dat er geen gevaar meer is in het hier en nu.
Een psychiater zei eens: jammer genoeg zijn er nog veel mensen die trauma’s hebben meegemaakt, maar geen traumabehandeling willen. Ze willen niet meer geconfronteerd worden met de verkrachting of mishandelingen en stoppen het zo ver mogelijk weg. Maar je ziet dan vaak dat het trauma de baas wordt over jouw leven. Nachtmerries. Herbelevingen. Emoties die je niet meer goed kan beheersen. Chaos in je hoofd. Angst. Situaties vermijden. Ze zei: het is net zoals bij kiespijn. Je ziet er tegenop om naar de tandarts te gaan maar je bent blij als je van de pijn af bent. Zo is het ook met trauma’s. Na traumabehandeling ben jij de baas over je trauma in plaats dat je trauma de baas is over jou.
,,Veel beter al, maar we gaan het nog een keer doen. Deze keer wil ik dat je heel hard schreeuwt en de stoel een enorme oplawaai geeft. Daarna ren je de hele gang door hier, je rent voor je leven. Ok, daar gaan we!”
Het meisje ademt een paar keer diep in en uit en dan is ze er klaar voor. Vanuit haar tenen begint ze te schreeuwen: ,,GA WEG!!!!!!! ROT OP!” Ik hoor dat de stoel keihard door de kamer wordt getrapt. De deur vliegt open en het meisje stormt naar buiten. Ze rent keihard door de gang, langs de keuken, de bocht om en verdwijnt dan uit mijn zicht. Ondertussen staan er wat meer collega’s op de gang te kijken naar het tafereel.
Wat vergt het een moed en lef om het beest in de bek te kijken. Je die nare herinnering weer voor de geest te moeten halen, terwijl je die al die tijd hebt weggestopt. Vermeden hebt. Ook al ben je uit de gevaarlijke situatie, de herinneringen alleen al – de trauma’s – zorgen voor zoveel spanning dat je niet meer weet wat je met jezelf aan moet. Maar dat is wat behandeling met je kan doen: jij pakt die controle terug. Kijk het beest niet alleen aan, maar vecht ertegen! Je zal ‘m niet verslaan, maar je sluit ‘m op in een kooitje. Nu kun je er af en toe langsgaan en weet je dat je niet meer bang hoeft te zijn.
Een paar seconden later kijkt het meisje om het hoekje van de gang. Ze heeft een enorm rood hoofd en een stralende lach op haar gezicht. Ze gooit haar handen omhoog alsof ze net het winnende doelpunt heeft gescoord in de WK-finale en loopt met haar handen in de lucht trots door de gang terug. De aanwezige collega’s klappen en juichen voor haar. Het beest zit in z’n kooi gestopt. Wat een bijzondere werkplek heb ik toch.
Linda Terpstra is voorzitter van de Raad van Bestuur van Fier; expertisecentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Iedere maand schrijft ze een column voor het Friesch Dagblad.