Wietze de Haan, voormalig politicus en vriend van Fier, schrijft maandelijks een blog voor Fier.
‘We hebben een 2e hittegolf,’ jubelt Omrop Fryslân op 6 augustus jongstleden. En of ik daar maar blij van mag worden. Nou, ik ben het niet. Al dagen is het boven de 30 graden en ik houd daar niet van. Ik kan beter tegen de kou, dan tegen de warmte. Maar van mijn vrouw mag ik niet klagen, dat doe ik dan nu ook maar niet meer. Elke keer als ik voorzichtig een opmerking plaatste over het warme weer, kreeg ik bestraffende blikken van haar en ze verbood me er zelfs een opmerking over te maken. Je wordt lekker bruin, je haar mooi wit en je kan je Hawaï-shirts ook weer eens aan. Toch kan ik het niet laten en schrijf de frustratie over het warme weer van me af. Het kan natuurlijk altijd erger, een vriend stuurde mij een WhatsApp met de mededeling dat hij in Spanje 45 graden op de meter had staan. Met hem heb ik geen medelijden, je kan weten dat het in Spanje warmer is dan in Nederland, eigen schuld, dikke bult. In Nederland dagenlang 30 graden of meer aan warmte, daar kies ik niet voor. Ik woon hier, 25 graden maximum is goed genoeg. Je werkt nog wat en stookt de barbecue nog eens op. Met dit weer mag je dat al niet doen en de tuin sproeien is ook al uit den boze. Ik weet het, ik zeur. Ik moet het koesteren, hoor ik mensen zeggen. Wel eens nagedacht over de effecten van de klimaatverandering? Straks palmen in de tuin, wijnboeren uit Nederland, bosbranden en tropische vogels. Oh ja, ik mocht niet zeuren. Van balorigheid heb ik een paar dagen mensen die ik tegenkwam begroet met de slogan: ‘Koud hè?’ Na een moment van verwondering schoot men in de lach en liep hoofdschuddend verder.
Nee, geef mij de kou maar. In de nieuwe kunstijsbaan in Leeuwarden had men bij 30 graden warmte een Elfstedentocht georganiseerd, schaatsend de zomer door. Humor, al waren er weinig mensen die zich er voor hebben aangemeld. Ik wist het te laat, anders was ik er vast naar toegegaan. Al was het maar om mijzelf even in de winter te wanen.
Ik zal het er mee moeten doen de komende dagen, chagrijnig was ik al. Dat gaat ooit weer over. Vast en zeker deze winter. (Hoop ik).