Intieme terreur

Stockafbeelding sleutel in slot

‘Schoonmaken, koken, kinderen baren. Dat is waarvoor ik naar Nederland werd gehaald’, vertelt Fayza. De Marokkaanse Fayza werd op haar vijftiende uitgehuwelijkt aan een onbekende en kwam als importbruid in Nederland terecht. Daar werd ze opgesloten door haar man en zijn familie. ‘Ik was een slaaf geworden’, vertelt ze hierover. ‘Ik mocht niet naar buiten, geen vrienden maken, me niet ontwikkelen. Toen ik later nog eens vroeg of ik naar school mocht, begonnen de mishandelingen. Van een jonge, pittige dame die wist wat ze wilde, veranderde ik in een vrouw zonder ambitie, zonder levenslust. Alles was dood van binnen.’ 

De tweeënveertig jarige Sophie werd jarenlang gekleineerd door haar man. ‘Hij keek op me neer’, vertelt ze. ‘Hij had kritiek op álles: op mijn huis, mijn werk, mijn familie en op mij. Belangstelling voor mijn leven of mijn gevoel had hij niet; alles draaide om hem. Het was onmogelijk om aan zijn standaard voldoen, en als ik een keer iets nieuws wilde proberen, dan lachte hij me uit en vertelde me dat ik dat toch niet zou kunnen. Als iemand maar vaak genoeg zegt dat je niks kunt, dan ga je dat vanzelf geloven. Het verlamt je. Ik werd steeds kleiner en onzekerder. En helemaal toen hij me later ook fysiek begon te mishandelen. Voor de buitenwereld hadden wij een fantastisch leven, maar achter de voordeur was het vreselijk mis.’
 
Fayza en Sophie zijn beiden slachtoffer van wat we intieme terreur noemen – een ernstige vorm van partnergeweld die zich kenmerkt door structurele controle, dreiging, vernedering en dwang. In Nederland zijn dagelijks duizenden vrouwen, en ook mannen, slachtoffer. Zij worden door hun partner geïsoleerd, vernederd, geïntimideerd en vaak ook fysiek en seksueel mishandeld. Ze worden letterlijk opgesloten in huis, hebben vaak geen controle over hun eigen financiën, en pogingen tot zelfontplooiing worden gesaboteerd of domweg verboden. Hun eigen kinderen worden tegen hen opgezet, soms wordt zelfs voorkomen dat moeder en kind een hechte band opbouwen, zo zijn er mannen die hun vrouw verbieden om hun baby borstvoeding te geven. Ook is er de continue dreiging – met het doden van een huisdier bijvoorbeeld, of een kind. Er zijn plegers die dreigen om zichzelf wat aan te doen. En nadat mensen uit elkaar zijn gaat het intieme terreur vaak door.
 
Intieme terreur is een diepgeworteld probleem in onze samenleving. Het verraderlijke eraan is dat we het niet altijd zien. Vanwege de isolatie, vanwege het opgesloten zijn. Er wordt niet voor niets gesproken van ‘verborgen vrouwen’, ze zijn letterlijk uit het zicht en achter de voordeur. Toch kunnen we wel degelijk iets voor deze mannen en vrouwen betekenen. Achteraf horen we vaak dat de buren wel iets doorhadden, dat de meesters en juffen op school ‘voelden’ dat er iets niet helemaal lekker zat in dat gezin, dat de huisarts vermoedde het schuurde daar achter die voordeur. We hebben allemaal wel eens zo ons onderbuikgevoel. Laten we daar wat meer naar luisteren. En laat dan de mensen om wie het gaat weten dat je ze ziet, dat je er voor ze bent. Soms kan een bemoedigend knikje vanachter het raam al genoeg zijn, een glimlach, een groet, een korte aanraking. Dit kan voor de ander een eerste aanzet zijn tot het vragen van hulp. Misschien niet nu, maar wellicht wel op een ander moment. Het kan een wereld van verschil maken als ze weten dat ze er niet alleen voor staan. U en ik kunnen daar samen voor zorgen.
 
Fayza deed uiteindelijk een zelfmoordpoging, waardoor ze voor het eerst in het zicht van hulpinstanties kwam. Op dat moment lukte het haar om samen met haar kinderen te vluchten. Ze schreef het boek ‘De uitverkorene’ en geeft lezingen over haar leven. Sophie werd op een gegeven moment door haar man op straat gezet, ze verhuisde naar de andere kant van het land en bouwt nu aan een eigen leven. Fayza en Sophie zijn vrij, maar nog altijd sluimert hun verleden met ze mee. ‘Nog steeds hoor ik zijn afkeurende stem als ik keuzes moet maken’, zegt Sophie hierover. ‘Een stem die gelukkig steeds zachter wordt.’
 
Linda Terpstra is voorzitter van de raad van bestuur van Fier; landelijk expertise- en behandelcentrum bij geweld in afhankelijkheidsrelaties. Iedere maand schrijft ze een column voor het Friesch Dagblad. 

Deel dit artikel: