Doel
Het doel van dit project was om kennis en praktische handvatten te ontwikkelen om de hulp aan jongeren die (vermoedelijk) slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting te verbeteren. Een goede trajectbenadering is hiervoor van belang, daardoor is de kans op een goede toekomst groter en kan nieuw slachtofferschap voorkomen worden. In een trajectbenadering wordt er tegelijkertijd aan verschillende leefdomeinen gewerkt (zoals onderwijs, werk en sociale contacten). Daarnaast is er een doorgaande lijn tussen verschillende deeltrajecten (zoals residentiële en ambulante hulp), bijvoorbeeld door een goede overdracht tussen organisaties. In dit onderzoek zijn een aantal best practices onderzocht die van belang kunnen zijn in het realiseren van een succesvolle trajectbenadering.
Onderzoeker(s): Floortje Kunseler
Samenwerking: Praktikon, Hogeschool Leiden, Sterk Huis, Via Jeugd
Financiering: ZonMW
Het project bestond uit een behoefte-onderzoek, pilots en de ontwikkeling van een juridisch wegingskader. Dit heeft diverse producten voor de praktijk opgeleverd.
- Een overzicht van de ontwikkelpunten voor het vormgeven van een succesvolle trajectbenadering.
- Een juridisch wegingskader als hulpmiddel om slachtoffers van seksuele uitbuiting te signaleren.
- Het vergroten van de bewustwording over seksuele uitbuiting bij gezinshuisouders met behulp van een training en het spel Boobie-Trap. Dit spel stimuleert en ondersteunt gezinshuisouders of andere professionals om samen met jongeren in gesprek te gaan over belangrijke thema’s als social media, grenzen aangeven en vriendschap en relaties.
- Best practices over het verstevigen van het toekomstperspectief van de jongeren door middel van integraal werken op verschillende levensterreinen, een toekomstplan (zie onderstaande video) en het werken met een leerwerkcoach.
- Het inzetten van een ervaringsdeskundige die jongeren ondersteunt en begeleid gedurende het hulpverleningstraject. Voor zorgaanbieders en ervaringsmaatjes.
In drie van de vier pilots zijn indicaties gevonden voor een mogelijk positief verband tussen pilot-specifieke elementen en welzijn en maatschappelijk functioneren van de jongeren. Ze geven daarmee indicaties voor potentieel werkzame elementen voor een succesvolle trajectbenadering.
De resultaten van de pilots staan beschreven in vier pilot-handreikingen en een overkoepelende rapportage met daarin de resultaten van de multiple casestudies. Met dit onderzoek zijn veelbelovende eerste stappen gezet waar we op voort kunnen bouwen om een succesvolle trajectbenadering voor slachtoffers van seksuele uitbuiting te realiseren.