‘Van mijn zesde tot mijn dertiende deed ik aan turnen. Wat ik daar zo leuk aan vond? Zo’n sprong doen: dat geeft een kick. En het steeds beter en beter worden. Ik wilde altijd het uiterste uit mezelf halen, trainde vijf tot zes keer per week. En bijna iedere zaterdag een wedstrijd. Het was een leuke tijd: ik kwam in heel Nederland voor wedstrijden en ik won medailles. Ik werd zelfs een keer Nederlands kampioen. Op die gouden medaille ben ik heel trots.
Het doorzettingsvermogen dat ik nodig had om mijn sport te kunnen doen, heb ik altijd al gehad. Mijn leven was niet altijd makkelijk, maar ik gaf nooit op. Als kind werd ik gepest, maar toch bleef ik naar school gaan. Later kwam ik aanraking met jongens die niet goed voor me waren. In mijn hoofd hoor ik nog steeds hun stemmen. Als iemand tegen mij zegt dat ik het goed doe, spreekt zo’n stem dat tegen. ‘Je bent het niet waard’, zegt hij dan. Of ze vertellen me dat ik mezelf moet snijden. Door de stemmen slaap ik bijna niet. Meestal maar twee uur per nacht. Dat is bijna niet vol te houden.
Op een dag werd ik gevonden in een huis. Dat was het moment dat het voor mijn omgeving duidelijk werd: er is iets aan de hand. Het voelde als een opluchting. Eindelijk kon ik iets vertellen over de mensenhandel waar ik in terecht was gekomen. Ik had zoveel gelogen tegen mijn ouders. Als ik thuiskwam, kon ik ze niet vertellen wat ik had gedaan. Ik moest wel, want de jongens dreigden mijn ouders iets aan te doen. Ik besloot aangifte voor verkrachting te doen, maar een jaar later werd de zaak geseponeerd omdat er niet genoeg bewijs was. Dat deed veel pijn.
Inmiddels woon ik een paar maanden bij Fier. Daar koos ik zelf voor. Door de behandelingen hier wil ik leren omgaan met de stemmen in mijn hoofd. Of misschien kunnen ze wel helemaal verdwijnen. Dat zou ik het liefste willen. En ik wil mijn trauma’s verwerken. Er zijn dagen geweest dat ik de pijn niet meer wilde voelen. Dagen waarop ik niet wist of ik de volgende dag wel mee zou maken. Maar ik heb niet opgegeven. Daar ben ik trots op. Ik ben een doorzetter: ik kom er uiteindelijk wel.’
Joyce (16) is cliënt bij Fier.