‘Ze zat zo’n tien meter bij me vandaan en was zichtbaar overstuur. In eerste instantie keek ze me niet aan. Ik besloot voorzichtig om dichterbij te komen. Ze tilde haar hoofd op en glimlachte naar me. Ik bleef rustig staan en wachtte op een echte uitnodiging. Gelukkig kwam die snel daarna toen ze haar hand naar me uitreikte. Ik ging rustig naast haar zitten, verder niks. En zo zaten we een tijdje. Gewoon samen zijn, contact hebben, geen woorden.
Ik voelde dat haar lijf meer ontspande en legde mijn hoofd op haar schoot. We keken elkaar aan. Ze zei dat ik lief was. Ik was blij dat ze rustiger werd van mijn aanwezigheid. Ik duwde mezelf nog net iets meer tegen haar aan en als reactie sloeg ze haar beide armen om me heen. We zuchtten beide diep.
‘Ik vind je zo lief.’ Ik keek haar aan en zweeg. ‘Wat fijn dat je even komt knuffelen, dat was precies wat ik nodig had.’ Ik merkte dat ook ik die knuffel nodig had. Ik kan er namelijk niet tegen als iemand overstuur is. Ik ben extreem gevoelig voor spanning, als ik merk dat iemand heel erg boos is of verdrietig, dan doe ik er alles aan om die spanning weg te nemen. Ik voel precies aan wanneer ik dichterbij kan komen of wanneer ik juist afstand moet houden. Maar ik blijf altijd in de buurt, voor als je me nodig hebt.
Ik heb een aantal vaste cliënten. Als ze weten dat ik aanwezig ben, staan ze vaak bij de deur op mij te wachten. In de meeste gevallen gaan we dan eerst naar buiten, gewoon een heel stuk lopen en je hoofd leegmaken. Soms gaat de mentor van de cliënt mee. Het gebeurt ook regelmatig dat ik word gevraagd om bij een cliënt op bezoek te gaan die het moeilijk heeft.
Mijn werk is ontzettend dankbaar, omdat bijna iedereen blij is om me te zien. Wel is het emotioneel zwaar en soms moet ik ’s avonds thuis echt even bijkomen van alle indrukken en verschillende energieën. Maar ik kan me niet voorstellen dat ik geen mensen zou helpen, het zit in mijn natuur.’
Lobke is therapiehond bij Fier.